Provinciaal Sportreglement Provinciale Entiteit Vlaams-Brabant 2025
provinciaal sportreglement 2025 (pdf-versie)
Artikel 1
Het nationaal en provinciaal sportreglement zijn in de Provinciale Entiteit (PE) Vlaams-Brabant van toepassing voor al diegenen die de duivensport beoefenen of er rechtstreeks bij betrokken zijn.
De Provinciale Entiteit Vlaams Brabant omvat Vlaams Brabant en het Brussels Gewest.
Artikel 2
Een reglement van inwendige orde betreffende de inrichting van wedstrijdvluchten voor duiven door een vereniging/ verbond /samenspel/ kan alleen rechtsgeldig zijn in zoverre het :
a. conform is met het nationaal en provinciaal sportreglement;
b. aangenomen is door de algemene vergadering van de vereniging;
c. voldoet aan artikel 14 1e lid van de nationale statuten.
Indien de verenigingen niet beschikken over een huishoudelijk reglement of eigen statuten, dan zal enkel en alléén het nationaal en provinciaal reglement van toepassing zijn samen met de modelstatuten van de duivenliefhebbersverenigingen.
Artikel 3
Het comité van de Provinciale Entiteit Vlaams-Brabant erkent alléén de in zijn Provinciale Entiteit, gevestigde duivenliefhebbersverenigingen (hierna genoemd de verenigingen) die in orde zijn met de statuten, reglementen en bepalingen van KBDB.
De lokalen waar duivenliefhebbersverenigingen gevestigd zijn, dienen verplicht over telefoon, GSM en/of e-mail adres te beschikken. Voor de organisatie van provinciale en nationale vluchten is een computer en internetverbinding noodzakelijk. Tevens dienen de inkorfprogramma’s compatibel te zijn met de standaarden opgelegd door het NSC.
Artikel 4
Behoudens overmacht, kan een vereniging enkel van lokaal veranderen na goedkeuring door de algemene vergadering van de betrokken vereniging en mits toestemming van het Provinciaal Comité. Een vereniging die van lokaal verandert dient zich te houden aan de reglementeringen hieromtrent opgetekend, binnen artikel 14 van de statuten.
Een vereniging die van lokaal verandert kan uitsluitend haar basiscoördinaat veranderen mits toestemming van het Provinciaal Comité.
Artikel 5
Elke aangegane verbintenis door het bestuur van een vereniging/verbond/samenspel hetzij bij contract, hetzij schriftelijk ten overstaan van het Provinciaal Comité, blijft bindend voor de betrokken partijen en kan niet verbroken worden, zelfs niet als er een bestuurswijziging zou plaatshebben, tenzij bij onderling akkoord.
Artikel 6
De verenigingen, samenspelen/verbonden en iedere inrichter zijn verplicht het wedvluchtprogramma en al de deelnemingsvoorwaarden van hun vluchten ten laatste op 31 december voorafgaand aan het seizoen (cfr art. 13 & art.14 van het NSR) via het platform ter goedkeuring bij het Provinciaal Comité in te dienen.
Na deze datum kunnen ingediende aanvragen door het Comité ambtshalve worden geweigerd. Elke vereniging moet afzonderlijk een vluchtprogramma indienen en dient het aangevraagde vluchtprogramma na te leven.
De verenigingen, samenspelen/n verbonden dienen het juiste vluchtprogramma VOLLEDIG in te vullen, bij een samenspel/verbond alle verenigingen die deel uitmaken van het samenspel/verbond, alsook het hoofdbestuur van het samenspel/verbond.
Alle aangevraagde en goedgekeurde vluchten dienen verplicht ingekorfd te worden.
Uitzonderingen (bv door overmacht) dienen aan de PE gemeld en goedgekeurd te worden .
Iedere vereniging die bepaalde vluchten zonder geldige reden niet ingekorfd heeft tijdens het actuele sportseizoen kan die vluchten het jaar daarop niet meer inrichten.
Voor specifieke gevallen is een goedkeuring van de PE noodzakelijk.
Indien door omstandigheden één vereniging/samenspel/verbond niet kan inkorven dient de PE daarvan op de hoogte gebracht te worden.
Artikel 7
Een verbond : betekent dat de deelnemingszone bestaat uit een gezamenlijk coördinaat en men beurtelings inkorft (regeling onderling zelf te bepalen).
Een samenspel : betekent dat iedere vereniging een eigen deelnemingszone heeft en men wekelijks kan inkorven. M.a.w. de uitslag van het samenspel is de hoofdwedstrijd met de samenvoeging van 2 of meerdere deelnemingszones. Tevens kan iedere vereniging afzonderlijk een uitslag maken (dubbeling) met zijn eigen deelnemingszone.
Een verbond kan uit 2 of meerdere verenigingen, een samenspel uit 2 of meerdere verenigingen/verbonden bestaan.
Een vereniging kan voor de hoofdwedstrijd per vluchtdiscipline (kleine snelheid, grote snelheid, kleine halve fond) slechts deel uitmaken van één verbond.
Een vereniging/verbond kan per vluchtdiscipline slechts deel uit maken van één regionaal samenspel en / of van één sectoraal samenspel, één inter-sectoraal samenspel, één interprovinciaal samenspel .
Een vereniging/verbond kan per vluchtdiscipline slechts deel uit maken van één regionaal samenspel en van één sectoraal samenspel en van één inter-sectoraal samenspel .
Op de vluchtdisciplines snelheid en kleine halve fond kunnen verbonden/samenspelen alleen gevormd worden binnen de lossingssector ( ingeval van afzonderlijke lossinguren per lossingssector) die van toepassing is.
Verenigingen die o.w.v. hun geografische ligging geïsoleerd raken en ook de deelgemeenten waar geen vereniging gevestigd is, zullen opgenomen worden in een samenspel waar zij geografisch thuishoren.
Deze toewijzing zal geschieden door het Provinciaal Comité na overleg met de betrokken verenigingen.
Wanneer verenigingen vrijwillig of verplichtend een verbond/samenspel vormen, moet dit bevestigd worden in een schriftelijke overeenkomst ondertekend, door de vertegenwoordigers van de betrokken verenigingen. De aldus afgesloten en ondertekende overeenkomst moet in driedubbel exemplaar ten laatste op 31 december van het desbetreffende jaar, voorafgaand aan het nieuwe seizoen, aan het bestuur van de Provinciale Entiteit betekend worden. Het comité zal een bericht laten geworden over het al dan niet aanvaarden van de overeenkomst.
De intentieverklaring voor toetreding tot een verbond/samenspel moet eveneens ten laatste op 31 december, voorafgaand aan het seizoen, door de aanvragende vereniging(en) aan het provinciaal comité en het bestuur van het verbond/samenspel worden overgemaakt.
De gemotiveerde aanvragen voor het vormen van een verbond/samenspel worden door het Provinciaal Comité na onderzoek geweigerd, gewijzigd of goedgekeurd. De initiatief nemende verenigingen worden door het bestuur van de Provinciale Entiteit hiervan schriftelijk in kennis gesteld.
Voor verbonden/samenspelen dient telkens een bestuur gevormd te worden ten zelfde titel als een vereniging. Iedere deelnemende vereniging aan het verbond/samenspel zal verplicht vertegenwoordigd zijn in het bestuur van het verbond/samenspel.
Het hoofdbestuur wordt aangeduid tussen de bestuursleden van het verbond/samenspel.
Voor verbonden/samenspelen wordt een hoofdlokaal aangeduid aan wie het vluchtprogramma toegekend wordt.
Het hoofdlokaal van een verbond/ samenspel zal steeds dienen gevestigd te zijn in de vereniging die het grootst aantal hokken vertegenwoordigt in het samenspel/verbond. Deze criteria dienen voor 1 januari van elk sportief seizoen geëvalueerd te worden, en indien nodig zal een nieuw hoofdlokaal voor het sportseizoen worden aangeduid door het verbond/samenspel en gecommuniceerd worden aan het PE bestuur voor 1 januari.
Per wedvlucht van een samenspel en voor alle categorieën mogen de liefhebbers slechts in één en dezelfde vereniging inkorven; zulks op straf van verbeurdverklaring van al hun inzetten.
De verenigingen die deel uitmaken van een verbond/samenspel en het vroegtijdig verlaten, kunnen tijdens de resterende periode van de overeenkomst van het bestaande verbond/samenspel, geen nieuw verbond/samenspel vormen met andere verenigingen. en zullen uitsluitend gemachtigd worden maximaal hetzelfde aantal en dezelfde vluchtdisciplines en wedvluchten in te richten, zoals toegekend tijdens de periode van 3 jaar voorafgaand aan de vorming van het verbond/samenspel.
Artikel 8
Alle verbonden/samenspelen moeten tenminste voor de duur van 3 jaar afgesloten worden. De verenigingen kunnen slechts vroegtijdig het verbond/samenspel ontbinden op basis van een unaniem, onderling akkoord van alle deel uitmakende verenigingen.
Indien na 3 jaar het verbond/samenspel in dezelfde vorm wordt verdergezet ,start een nieuwe periode van 3 jaar, ook bij stilzwijgende verlenging.
Herschikking na de periode van 3 jaar wordt beschouwd als het opstarten van een nieuw verbond/samenspel voor een minimum periode van 3 jaar.
Deze schriftelijk overeenkomst ondertekend door de voorzitters van de betrokken verenigingen moet ten laatste op 31 december, voorafgaand aan het seizoen, worden overgemaakt door het bestuur van de vereniging van het hoofdlokaal aan de provinciale afdeling.
Artikel 9
Het provinciaal comité stelt jaarlijks per nationaal bepaalde vluchtlijn en per lossingssector een wedvluchtkalender en lossinguren op. Bij opmaak wordt rekening gehouden met de beslissingen van de Nationale Algemene Vergaderingen. Deze beslissingen samen met de vluchtkalender worden ter kennis gebracht aan de provinciale algemene vergadering.
Artikel 10
Voor alle grote halve-fondvluchten en fondvluchten vanaf 400 km (coördinaten stadhuis Brussel) is uitsluitend het provinciaal comité bevoegd om de vluchtprogramma’s en alle deelnemingszones te bepalen. en voor advies, wat betreft de nationale vluchten voor te leggen aan het Nationaal Sportcomité.
Artikel 11
De goedgekeurde vluchtprogramma’s en deelnemingszones mogen in de loop van het seizoen niet gewijzigd worden zonder schriftelijke toelating van het Provinciaal Comité.
Artikel 12
Per weekend kunnen maximaal twee snelheidsvluchten (1 kleine snelheid en 1 grote snelheid), en een kleine ½-fond en een grote ½-fond vlucht georganiseerd worden met uitzondering van de Ronde van België.
Kleine snelheid tot 130 km(coördinaten stadhuis Brussel), grote snelheid boven de 130 km (coördinaten stadhuis Brussel), en korter in afstand dan de kortst gelegen KHF wedstrijd. Voor de KHF gelden de toegekende lossingsplaatsen door het NSC voor het lopende jaar (coördinaten stadhuis Brussel).
Het inrichten van leervluchten op wedstrijddagen uit de door de PE opgestelde kalender, met lossing op officiële lossingsplaatsen, is verboden.
Artikel 13
De grote halve fondvluchten worden uitsluitend georganiseerd door erkende;
⦁ Provinciale, interprovinciale en nationale organisatoren of
⦁ Uitzonderlijk door verenigingen, ter gelegenheid van een speciale manifestatie na goedkeuring door het provinciaal comité.
Artikel 14
Wat betreft het lossen en terugbrengen van de duiven is art. 52 van het Nationaal Sportreglement van toepassing.
Bovenvermelde beschikkingen vervallen, indien er jaarlijks onderrichtingen uitgevaardigd worden door de PE/SPE’s die gezamenlijk hun duiven lossen.
De niet geloste duiven dienen door de vergezellers verplicht in het lokaal terugbezorgd te worden.
De vereniging beslist autonoom over het afhalen of het lossen van de teruggebrachte duiven.
Wedstrijdvluchten gelost op een merkelijke kortere afstand dan voorzien, meer dan 30% (afstand Stadhuis Brussel), worden van ambtshalve afgelast.
Artikel 15
De deelnemingszones van toepassing in de Provinciale Entiteit Vlaams-Brabant zijn bepaald als volgt :
⦁ Lokale dubbeling Snelheid binnen de respectievelijke lossingssectoren :
Er is enkel nog 1 deelnemingszone van toepassing
één vereniging : minimum : 4km – maximum 14 km
een verbond : maximum 16 km
regionaal samenspel: samenvoeging van de deelnemingszones van de
lokale dubbeling van de individuele verenigingen/verbond van het samenspel binnen de respectievelijke lossingssectoren.
⦁ Lokale dubbeling Kleine Halve Fond binnen de respectievelijke lossingssectoren :
één vereniging : maximum 20 km
regionaal samenspel: samenvoeging van de deelnemingszones van de
lokale dubbeling van de individuele verenigingen/verbond van het samenspel binnen de respectievelijke lossingssectoren.
⦁ Lokale dubbeling van Provinciale, Interprovinciale en nationale vluchten.
⦁ Grote halve fond
één vereniging : maximum 21 km
een regionaal samenspel: samenvoeging van de deelnemingszones van de lokale dubbeling van de individuele verenigingen/verbond van het samenspel
⦁ Fond & Grote fond
één vereniging : maximum 25 km
een regionaal samenspel: samenvoeging van de deelnemingszones van de lokale dubbeling van de individuele verenigingen/verbond van het samenspel
De deelnemingszones worden afzonderlijk vastgesteld voor de onderliggende lokale dubbeling van de kleine snelheid, voor de onderliggende lokale dubbeling van de grote snelheid, de kleine 1/2-fond, de lokale dubbeling van provincialevluchten, de lokale dubbeling van de interprovinciale vluchten, de lokale dubbeling van de nationale vluchten.
Vlaams-Brabantse liefhebbers kunnen inkorven waar het hok zich in de deelnemingszone bevindt, van de lokale dubbeling of van het samenspel.
⦁ Toepassing van art. 36 van het Nationaal sportreglement.
Voor de verenigingen die in toepassing van Art. 36 van het nationaal sportreglement met hun deelnemingszone in de Provinciale Entiteit van Vlaams Brabant komen, dienen deze zich te beperken tot de aangrenzende deelgemeente(n) die raken aan de provinciegrens van hun deelnemingszone van hun P.E. / S.P.E behoudens akkoorden tussen de diverse PE’s
Artikel 16
De lossingsectoren van toepassing in de Provinciale Entiteit Vlaams-Brabant zijn bepaald als volgt:
Snelheid met afzonderlijk lossingsuur:
⦁ Lossingsector 1(vluchten middenlijn)
⦁ Lossingssector 2 (vluchten oostenlijn)
⦁ Lossingsector 3 (vluchten oostenlijn)
Kleine Halve Fond met afzonderlijk lossingsuur: :
⦁ Lossingsector1
⦁ Lossingsector 2 en lossingssector 3 samen
De basisregels van de lossingsectoren zijn van toepassing op alle vluchten: opleervluchten, vluchten tijdens de week , tijdens het weekend , op feestdagen – kermisvluchten. Uitzondering : vluchten van de Ronde van België.
Deze basisregels dienen door de verenigingen en de liefhebbers nauwgezet nageleefd te worden. Het naleven en overtreding van de basisregels wordt wekelijks gecontroleerd door het Provinciaal comité.
Bij vaststelling van overtreding worden de volgende maatregelen en sancties uitgevaardigd:
In hoofde van de liefhebber die in overtreding is:
⦁ Bij een overtreding: naast een verwittiging – verbeurd verklaring inzetten ten voordele van de wedvlucht in navolging van artikel “36” van het NSR. – schrapping uit de uitslag en voor kampioenschappen
In hoofde van de vereniging die de overtreding begaan heeft:
⦁ Bij een eerste overtreding: verwittiging
⦁ Bij herhaaldelijke overtreding: intrekking van de lossingsvergunningen en verbod om tijdens het lopende sportseizoen om voor de discipline waar de overtreding is vastgesteld nog vluchten in te richten en in te korven..
De sectorkeuze 1 – 2 – 3 voor de liefhebbers die in de 2,5 km liggen aan de grenzen van de sector is enkel van toepassing voor nieuwe aangesloten liefhebbers en voor liefhebbers die naar een andere locatie verhuizen binnen de 2,5 km grens. Deze keuze is eenmalig en definitief.
Uitzonderlijke gevallen worden beslecht door het Provinciaal Comité.
Artikel 17
De verenigingen/verbonden/samenspelen bepalen op hun algemene vergadering de deelnemingszones voor een minimumperiode van 3 jaar.
Zij kunnen opteren voor :
A. Een cirkel (straal genoemd) met basiscoördinaat of
B. Een opsomming van deelgemeenten.
Het basiscoördinaat van de vereniging is ofwel het coördinaat van de dichtst bijgelegen kerk (deelgemeente) of het coördinaat van het lokaal van de vereniging (de hoofdingang van het gebouw waar de duivensportactiviteiten plaatsvinden).
Indien de deelnemingszone uit een opsomming van deelgemeenten bestaat, dient deze een geheel te vormen en wordt ze beperkt tot het in artikel 15 voorziene maximum (straal) vanaf het basiscoördinaat.
Indien de deelnemingszone uit een cirkel bestaat, moet deze opgegeven worden in volledige kilometers vanaf het basiscoördinaat.
Bij een opsomming van de deelgemeenten moeten steeds ALLE aanpalende deelgemeenten worden opgenomen in de deelnemingszone van de deelgemeente waarin de vereniging is gevestigd en waarbij eveneens het in artikel 15 voorziene maximum (straal) vanaf het basiscoördinaat wordt gerespecteerd.
Het basiscoördinaat van een verbond wordt bepaald door de gemiddelde van de uiterst gelegen X- en Y-coördinaten van de deelnemende verenigingen.
Artikel 18
Elke vereniging kan per vluchtdiscipline slechts één deelnemingszone bepalen.
Het Provinciaal Comité kan uitbreiding van de deelnemingszone toestaan, rekening houdend met volgende voorwaarden:
Voor de grote snelheidsvluchten na beëindiging van het nationaal kampioenschap snelheid is 20 km binnen de lossingssector + eventeel aanpalende deelgemeenten langs de provinciegrens overeenkomst interprovinciaal akkoord toegestaan.
Voor de kleine snelheidsvluchten en voor de vluchten in de week (20 km) vanaf het voorlaatste weekend van september uitbreiding tot de volledige sector.
In beide gevallen dient de aanvraag voor uitbreiding van de deelnemingszone duidelijk en expliciet vermeld worden op het ingezonden vluchtprogramma. Het provinciaal comité kan steeds toelating verlenen om de vrije uitbreiding van de deelnemingszone in verband met de bovengenoemde voorwaarden.
Voor de Ronde van België vluchten is de deelnemingszone vrij te kiezen.
Een hok dat nergens binnen een deelnemingszone valt zal door het Provinciaal Comité toegevoegd worden aan een deelnemingszone van een andere vereniging.
Artikel 19
De deelnemingszone van de lokale dubbeling voor de wedstrijdvluchten op de kleine snelheid moet volledig begrepen zijn in de deelnemingszone van de lokale dubbeling van wedstrijdvluchten op de grote snelheid, die op haar beurt volledig moet begrepen zijn in de wedstrijdvluchten kleine ½ fond.
De deelnemingszone van een lokale dubbeling moet volledig begrepen zijn in deze van de hoofdwedstrijd.
Artikel 20
De verenigingen worden uitsluitend gemachtigd hetzelfde aantal en dezelfde vluchtdisciplines (kleine snelheid, grote snelheid, kleine halve fond) wedvluchten in te richten zoals deze de laatste 3 voorgaande jaren toegekend zijn, indien zij voldoen aan de vooropgestelde voorwaarden bepaald in artikel 26
Alle nieuwe aanvragen worden door het Provinciaal Comité geweigerd tenzij de aanvragende vereniging fusioneert, aansluit of verbond vormt met een bestaande vereniging(en) uit de gemeente of aanpalende deelgemeente mits uitdrukkelijke toestemming van de bestaande verenigingen.
Artikel 21
De aanvragen om een verbond/samenspel te vormen met verenigingen uit andere provincies EN andere vluchtlijnen EN andere lossingssectoren (niet van toepassing op snelheid) binnen de provincie kunnen geschieden na uitdrukkelijk gunstig schriftelijk advies van het provinciaal comité Vlaams-Brabant en het provinciaal comité van de betrokken PE/SPE .
Het hoofdlokaal wordt gevestigd in de vereniging van de P.E. / S.P.E en lossingssector die de meeste aangeslotenen hokken vertegenwoordigt.
De wedstrijdkalender, de lossingsuren en- plaatsen van deze P.E/S.P.E/vluchtlijn zijn in deze situaties van toepassing.
Artikel 22
Naast de hoofdwedstrijd worden er aan individuele verengingen/verbonden en regionale samenspelen dubbelingen toegekend per vluchtdiscipline (Snelheid en Kleine Halve Fond). Deze dienen vermeld te worden op het ingezonden vluchtprogramma en dienen goedgekeurd te worden door het Provinciaal Comité.
Voor verenigingen/verbonden die lokale dubbelingen inrichten mag de deelnemingszone nooit groter zijn dan de maximum deelnemingszone zoals voorzien voor de alléénspelende verenigingen.
De verenigingen/verbonden en regionale samenspelen mogen geen inschrijvingen van gedubbelde duiven aanvaarden die niet in een vereniging van het verbond/samenspel werden ingekorfd.
Artikel 23
Aan de wedstrijden die betiteld worden als “provinciale vlucht” of “provinciale dubbeling” kunnen uitsluitend Vlaams-Brabantse en Brusselse liefhebbers deelnemen. Het Provinciaal Comité bepaalt welke wedstrijden betiteld kunnen worden als “provinciale vlucht” of “provinciale dubbeling”.
De inrichters hiervan, dienen deze uiterlijk vóór 31 december aan te vragen bij het Provinciaal Comité van de afdeling.
Artikel 24
De verenigingen/verbonden/samenspelen bepalen zelf port/leerduiven toe te laten van binnen de deelnemingszones van de vereniging/verbond/samenspel binnen de lossingssectoren die van toepassing zijn op alle wedstrijdvluchten en leervluchten van de kleine en grote snelheid.
Verenigingen die port/leerduiven toelaten, dienen een bewijs van inenting tegen paramyxo van de ingekorfde portduiven te vragen.
De port/leerduiven kunnen nooit opgenomen worden in de spiegellijst van de inkorvende vereniging noch van een verbond /samenspel. Alle misbruiken dienaangaande worden beschouwd als vervalsing van de uitslag en de inrichters worden verantwoordelijk gesteld voor deze inbreuk.
De verenigingen /verbonden/samenspelen moeten portduiven of leerduiven weigeren van liefhebbers die niet binnen de lossingssectoren van de diverse vluchten van de vereniging behoren.
Artikel 25
De duiven mogen nooit zonder toestemming van de liefhebber gratis gedubbeld worden in een andere categorie tenzij anders bepaald door beschikkingen van het NSR. De liefhebber of een aangestelde van de vereniging dient steeds een inkorvingsbulletin op te maken.
Op het inkorvingsbulletin dienen port- en organisatiekosten duidelijk vermeld te worden.
Artikel 26
De verenigingen kunnen voor hun bewerkingen uitsluitend een beroep doen op personen die een KBDB – lidkaart van het lopende jaar bezitten of personen die onder het toezicht van de vereniging zijn aangesteld en door de vereniging werd opgegeven aan de KBDB op het jaarlijkse infoblad.
Artikel 27
Alleen verenigingen met een licentienummer kunnen prijstentoonstellingen of kampioenendagen inrichten.
Artikel 28
Op de dag waarop de provinciale & nationale kampioenendag doorgaat mogen geen kampioenendagen, tentoonstellingen of publieke zaalverkopen, worden ingericht in en door verenigingen, die in de provincie doorgaan.
Artikel 29
De verenigingen zijn verplicht een beroep te doen op een door de KBDB gediplomeerd regelaar voor het regelen van de klokken. Wat het elektronisch registreren betreft, dienen de bedieners van de inmandtoestellen (masters en klokken) de richtlijnen te volgen van het Nationaal Sportreglement.
Artikel 30
De verenigingen die op dezelfde dag inkorven voor verschillende vluchten dienen met verschillende en duidelijk gescheiden ringtangen, manden en masters inkorven.
Artikel 31
Met inkorven wordt pas begonnen indien tenminste drie leden van de vereniging aanwezig zijn, waaronder tenminste een bestuurslid of een daartoe door het bestuur aangewezen bevoegde aangestelde van de vereniging die als duivenliefhebber of als helper in de vereniging is aangesloten bij de KBDB.
De vereniging of de door de vereniging benoemde verantwoordelijke van de inkorving weigert kennelijk zieke en niet gevaccineerde duiven voor een leer- of wedvlucht.
Geen enkele deelnemer, ook geen deelnemend bestuurslid of aangesteld, mag direct of indirect :
1. de eigen duiven inmanden;
2. bij de inkorving de vaste voetringnummers van de eigen duiven opnoemen;
3. de eigen in te korven duiven van gummiringen voorzien;
4. de nummers van de aangelegde gummiringen op de eigen inkorflijst invullen;
5. het inkorvingsbulletin van de eigen ingekorfde duiven behandelen;
6. openen van de eigen klokken
Inbreuken worden beteugeld met niet klassering en verbeurd verklaren van de inzetten en de eventuele straffen voorzien in het Duivenliefhebberswetboek van de KBDB.
Op willekeurige tijdstippen kan in alle verenigingen en inkorfcentra bij het inkorven, stellen, aan- en afslaan, lichten van de klokken en het stellen en controleren van de elektronische constateersystemen of op de hokken van de deelnemers controle plaatsvinden door functionarissen aangewezen door het provinciaal comité, die met een legitimatiebewijs kunnen aantonen dat zij de bevoegdheid hebben controle uit te oefenen.
Artikel 32
De verenigingen, verbonden en samenspelen die valse inlichtingen overmaken in het vooruitzicht van de goedkeuring van het vluchtprogramma, het goedgekeurde vluchtprogramma zonder toelating wijzigen tijdens het seizoen en de bepalingen van het provinciaal sportreglement niet naleven, zullen, vanaf de vaststelling, geen vluchten meer mogen inrichten.
Artikel 33
Alle uitzonderlijke gevallen die niet in dit reglement zijn opgenomen, worden door het Provinciaal Comité beslist.
Goedgekeurd door de Algemene vergadering van de PE Vlaams-Brabant op 8-12-24.
Het reglement wordt voorgelegd aan de Nationale Zetel ter goedkeuring…
——————————————————————————–