Règlement Sportif Pr Brabant Flamand

Sportreglement PE Vlaams-Brabant

Provinciaal Sportreglement Provinciale Entiteit Vlaams-Brabant 2024

 provinciaal sportreglement 2024 (pdf-versie)

Artikel 1

Het nationaal en provinciaal sportreglement zijn in de Provinciale Entiteit (PE) Vlaams-Brabant van toepassing voor al diegenen die de duivensport beoefenen of er rechtstreeks bij betrokken zijn.

De Provinciale Entiteit Vlaams Brabant omvat Vlaams Brabant en het Brussels Gewest.

Artikel 2

Een reglement van inwendige orde betreffende de inrichting van wedstrijdvluchten voor duiven door een vereniging/ verbond /samenspel/ kan alleen rechtsgeldig zijn in zoverre het :

a. conform is met het nationaal en provinciaal sportreglement;

b. aangenomen is door de algemene vergadering van de vereniging;

c. voldoet aan artikel 14 2e lid van de nationale statuten.

Indien de verenigingen niet beschikken over een huishoudelijk reglement of eigen statuten, dan zal enkel en alléén het nationaal en provinciaal reglement van toepassing zijn samen met de modelstatuten van de duivenliefhebbersverenigingen.

Artikel 3

Het comité van de Provinciale Entiteit Vlaams-Brabant erkent alléén de in zijn Provinciale Entiteit, gevestigde duivenliefhebbersverenigingen (hierna genoemd de verenigingen) die in orde zijn met de statuten, reglementen en bepalingen van KBDB.

De lokalen waar duivenliefhebbersverenigingen gevestigd zijn, dienen verplicht over telefoon, GSM en/of e-mail adres te beschikken. Voor de organisatie van provinciale en nationale vluchten is een computer en internetverbinding noodzakelijk. Tevens dienen de inkorfprogramma’s compatibel te zijn met de standaarden opgelegd door het NSC.

Artikel 4

Behoudens overmacht, kan een vereniging enkel van lokaal veranderen na goedkeuring door de algemene vergadering van de betrokken vereniging en mits toestemming van het Provinciaal Comité. Een vereniging die van lokaal verandert dient zich te houden aan de reglementeringen hieromtrent opgetekend, binnen artikel 14 van de statuten.

Een vereniging die van lokaal verandert kan uitsluitend haar basiscoördinaat veranderen mits toestemming van het Provinciaal Comité.

Artikel 5

Elke aangegane verbintenis door het bestuur van een vereniging/verbond/samenspel  hetzij bij contract, hetzij schriftelijk ten overstaan van het Provinciaal Comité, blijft bindend voor de betrokken partijen en kan niet verbroken worden, zelfs niet als er een bestuurswijziging zou plaatshebben, tenzij bij onderling akkoord.

Artikel 6

De verenigingen, samenspelen/verbonden zijn verplicht al de deelnemingsvoorwaarden van hun vluchten ten laatste op 31 december (cfr art. 13 & art.14 van het NSR) kenbaar te maken.

Artikel 7

Een verbond : betekent dat de deelnemingszone bestaat uit een gezamenlijk coördinaat en men beurtelings inkorft (regeling onderling zelf te bepalen).

Een samenspel : betekent dat iedere vereniging een eigen deelnemingszone heeft en men wekelijks kan inkorven. M.a.w. de uitslag van het samenspel is de hoofdwedstrijd met de samenvoeging van 2 of meerdere deelnemingszones. Tevens kan iedere vereniging afzonderlijk een uitslag maken (dubbeling) met zijn eigen deelnemingszone.

Een verbond kan uit 2 of meerdere verenigingen, een samenspel uit 2 of meerdere verenigingen/verbonden bestaan.

Een vereniging kan per vluchtdiscipline (kleine snelheid, grote snelheid, kleine halve fond) deel uitmaken van meer dan één verbond.

Een vereniging/verbond kan per vluchtdiscipline slechts deel uit maken van één regionaal samenspel en / of van één sectoraal samenspel, één inter-sectoraal samenspel, één interprovinciaal samenspel .

Verenigingen die o.w.v. hun geografische ligging geïsoleerd raken en ook de deelgemeenten waar geen vereniging gevestigd is, zullen opgenomen worden in een samenspel waar zij geografisch thuishoren.
Deze toewijzing zal geschieden door het Provinciaal Comité na overleg met de betrokken verenigingen.

Wanneer verenigingen vrijwillig of verplichtend een verbond/samenspel vormen, moet dit bevestigd worden in een  schriftelijke overeenkomst ondertekend, door de vertegenwoordigers van de betrokken verenigingen. De aldus afgesloten en ondertekende overeenkomst moet in driedubbel exemplaar ten laatste op 31 december van het desbetreffende jaar, voorafgaand aan het nieuwe seizoen, aan het bestuur van de Provinciale Entiteit betekend worden. 

De intentieverklaring voor toetreding tot een verbond/samenspel moet eveneens ten laatste op 31 december, voorafgaand aan het seizoen, door de aanvragende vereniging(en) aan het provinciaal comité en het bestuur van het verbond/samenspel  worden overgemaakt.

De gemotiveerde aanvragen voor het vormen van een verbond/samenspel worden door het Provinciaal Comité na onderzoek geweigerd, gewijzigd of goedgekeurd. De initiatief nemende verenigingen worden door het bestuur van de Provinciale Entiteit hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

Voor verbonden/samenspelen dient telkens een bestuur gevormd te worden ten zelfde titel als een vereniging. Iedere deelnemende vereniging aan het verbond/samenspel zal verplicht vertegenwoordigd zijn in het bestuur van het verbond/samenspel.

Het hoofdbestuur wordt aangeduid tussen de bestuursleden van het verbond/samenspel.

Voor verbonden/samenspelen wordt een hoofdlokaal aangeduid aan wie het vluchtprogramma toegekend wordt.

Het hoofdlokaal van een verbond/ samenspel  zal steeds dienen gevestigd te zijn in de vereniging die het grootst aantal hokken vertegenwoordigt in het samenspel/verbond. Deze criteria dienen voor 1 januari van elk sportief seizoen geëvalueerd te worden, en indien nodig zal een nieuw hoofdlokaal voor het sportseizoen worden aangeduid door het verbond/samenspel en gecommuniceerd worden aan het PE bestuur voor 1 januari.

Per wedvlucht van een samenspel en voor alle categorieën mogen de liefhebbers slechts in één en dezelfde vereniging inkorven; zulks op straf van verbeurdverklaring van al hun inzetten.

De verenigingen die deel uitmaken van een verbond/samenspel en het vroegtijdig verlaten, kunnen tijdens de resterende periode van de overeenkomst van het bestaande verbond/samenspel, geen nieuw verbond/samenspel vormen met andere verenigingen. en zullen uitsluitend gemachtigd worden maximaal hetzelfde aantal en dezelfde vluchtdisciplines en wedvluchten in te richten, zoals toegekend tijdens de periode van 3 jaar voorafgaand aan de vorming van het verbond/samenspel.

Artikel 8

Alle verbonden/samenspelen moeten tenminste voor de duur van 3 jaar afgesloten worden. De verenigingen die ter zake een meerjarige overeenkomst hebben afgesloten kunnen slechts vroegtijdig het verbond/samenspel ontbinden op basis van een unaniem, onderling akkoord van alle deel uitmakende verenigingen.

Dit schriftelijk akkoord ondertekend door de voorzitters van de betrokken verenigingen moet ten laatste op 31 december, voorafgaand aan het seizoen, worden overgemaakt door het bestuur van de vereniging van het hoofdlokaal aan de provinciale afdeling.

Artikel 9

Het provinciaal comité stelt jaarlijks per nationaal bepaalde vluchtlijn en per lossingssector een wedvluchtkalender en lossinguren  op. Bij opmaak wordt rekening gehouden met de beslissingen van de Nationale Algemene Vergaderingen. Deze beslissingen samen met de vluchtkalender worden ter kennis gebracht aan de provinciale algemene vergadering.

Artikel 10

Voor alle grote halve-fondvluchten en fondvluchten vanaf 400 km (coördinaten stadhuis Brussel) is uitsluitend het provinciaal comité bevoegd om de vluchtprogramma’s en alle deelnemingszones te bepalen. en voor advies, wat betreft de nationale vluchten voor te leggen aan het Nationaal Sportcomité.

Artikel 11

De goedgekeurde vluchtprogramma’s en deelnemingszones mogen in de loop van het seizoen niet gewijzigd worden zonder schriftelijke toelating van het Provinciaal Comité.

Artikel 12

Kleine snelheid tot 130 km(coördinaten stadhuis Brussel), grote snelheid boven de 130 km (coördinaten stadhuis Brussel),  en korter in afstand dan de kortst gelegen KHF wedstrijd. Voor de KHF gelden de toegekende lossingsplaatsen door het NSC voor het lopende jaar (coördinaten stadhuis Brussel).

Het inrichten van leervluchten op wedstrijddagen uit de door de PE opgestelde kalender, met lossing op officiële lossingsplaatsen, is verboden.

Artikel 13

De grote halve fondvluchten worden uitsluitend georganiseerd door erkende;

  • Provinciale, interprovinciale en nationale organisatoren of
  • Uitzonderlijk door verenigingen, ter gelegenheid van een speciale manifestatie na goedkeuring door het provinciaal comité.

Er mogen geen leervluchten ingericht worden met lossing op officiële plaatsen, tijdens het weekend. 

Artikel 14

Bij niet lossing op de voorziene dag van de wedstrijdvlucht dienen de vergezellers op de lossingsplaats te blijven.

Zij mogen de duiven slechts terug brengen na toestemming van de voorzitter van het nationaal sportcomité in overleg met de nationale voorzitter,  door de provinciale bestuursraad aangestelde lossingsverantwoordelijke en de provinciale bestuursraad

Ter verduidelijking,  in dergelijke aangelegenheden  heeft de bestuursraad van de PE altijd inspraak, ze zijn belast met de dagelijkse leiding

Bovenvermelde beschikkingen vervallen, indien er jaarlijks onderrichtingen uitgevaardigd worden door de PE/SPE’s die gezamenlijk hun duiven lossen.

De niet geloste duiven dienen door de vergezellers verplicht in het lokaal terugbezorgd te worden.

De vereniging beslist autonoom over het afhalen of het lossen van de teruggebrachte duiven.

Wedstrijdvluchten gelost op een merkelijke kortere afstand dan voorzien, meer dan 30% (afstand Stadhuis Brussel), worden van ambtshalve afgelast.

Artikel 15

De deelnemingszones van toepassing in de Provinciale Entiteit Vlaams-Brabant zijn bepaald als volgt :

  • Lokale dubbeling Snelheid binnen de respectievelijke lossingssectoren :

            Er is enkel nog 1 deelnemingszone van toepassing

            één vereniging  :  minimum : 4km –  maximum 14 km

            een verbond : maximum 16 km

            regionaal samenspel: samenvoeging van de deelnemingszones van de
lokale dubbeling van de individuele verenigingen/verbond van het samenspel binnen de respectievelijke lossingssectoren.

  • Lokale dubbeling  Kleine Halve Fond binnen de respectievelijke lossingssectoren :

            één vereniging :  maximum 20 km

            regionaal samenspel: samenvoeging van de deelnemingszones van de
lokale dubbeling van de individuele verenigingen/verbond van het samenspel.

  • Lokale dubbeling van Provinciale, Interprovinciale en nationale vluchten.
  • Grote halve fond

         één vereniging  : maximum 21 km

         een regionaal samenspel: samenvoeging van de deelnemingszones van de lokale dubbeling van de
individuele verenigingen/verbond van het samenspel

  • Fond & Grote fond

          één vereniging  : maximum 25 km

          een regionaal samenspel: samenvoeging van de  deelnemingszones van de lokale dubbeling van de
individuele verenigingen/verbond van het samenspel

De deelnemingszones worden afzonderlijk vastgesteld voor de  kleine snelheid, de grote snelheid, de kleine 1/2-fond, de lokale dubbeling van provincialevluchten, de lokale dubbeling van de interprovinciale vluchten, de lokale dubbeling van de nationale vluchten.

Vlaams-Brabantse liefhebbers kunnen inkorven waar het hok zich in de deelnemingszone bevindt, van de verplichte lokale dubbeling  of van het samenspel. De hokken die in een andere provincie zijn opgenomen kunnen daar ook inkorven toevoegen.

Bij een opsomming van de deelgemeenten moeten steeds ALLE aanpalende deelgemeenten van de deelgemeente waarin de vereniging is gevestigd, worden opgenomen in de deelnemingszone en waarbij eveneens het in artikel  15 voorziene maximum (straal) vanaf het basiscoördinaat wordt gerespecteerd.

  • Toepassing van art. 36 van het Nationaal sportreglement.
    Voor de verenigingen die in toepassing van Art. 36 van het nationaal sportreglement met hun deelnemingszone in de Provinciale Entiteit van Vlaams Brabant komen, dienen deze zich te beperken tot de aangrenzende deelgemeente(n) die raken aan de provinciegrens van hun deelnemingszone van hun P.E. / S.P.E. behoudens akkoorden tussen de diverse PE’s

De jaarlijkse sectorkeuze 1 – 2 – 3  voor de liefhebbers  die in de 2,5 km liggen aan de grenzen van de sector is enkel van toepassing voor de snelheid. 

Artikel 16 

De verenigingen/verbonden/samenspelen bepalen op hun algemene vergadering de deelnemingszones voor een minimumperiode van 3 jaar.

Zij kunnen opteren voor :

A. Een cirkel (straal genoemd) met basiscoördinaat of

B. Een opsomming van deelgemeenten.

Het basiscoördinaat van de vereniging is ofwel het coördinaat van de dichtst bijgelegen kerk (deelgemeente) of het coördinaat van het lokaal van de vereniging (de hoofdingang van het gebouw waar de duivensportactiviteiten plaatsvinden).

Indien de deelnemingszone uit een opsomming van deelgemeenten bestaat, dient deze een geheel te vormen en wordt ze beperkt tot het in artikel  15 voorziene maximum (straal) vanaf het basiscoördinaat.

Indien de deelnemingszone uit een cirkel bestaat, moet deze opgegeven worden in volledige kilometers vanaf het basiscoördinaat.

Bij een opsomming van de deelgemeenten moeten steeds ALLE aanpalende deelgemeenten worden opgenomen in de deelnemingszone van de deelgemeente waarin de vereniging is gevestigd en waarbij eveneens het in artikel 15 voorziene maximum (straal) vanaf het basiscoördinaat wordt gerespecteerd.  

Het basiscoördinaat van een verbond wordt bepaald door de gemiddelde van de uiterst gelegen X- en Y-coördinaten van de deelnemende verenigingen.

Artikel 17

Elke vereniging kan per vluchtdiscipline slechts één deelnemingszone bepalen.

Het Provinciaal Comité kan uitbreiding van de deelnemingszone toestaan, rekening houdend met volgende voorwaarden:

Voor de grote snelheidsvluchten vanaf de eerste week van september   een uitbreiding tot 20 km toegestaan.  

Voor de kleine snelheidsvluchten(20 km) vanaf het voorlaatste weekend van september en voor de vluchten in de week.

Op andere dagen dan zaterdag ,zondag of wettelijke feestdag, kan een vrije uitbreiding van de deelnemingszone worden toegestaan. In beide gevallen  dient  de aanvraag voor uitbreiding van de deelnemingszone duidelijk en expliciet vermeld worden op het ingezonden vluchtprogramma.  Het provinciaal comité kan steeds toelating verlenen om de vrije uitbreiding van de deelnemingszone in verband met de bovengenoemde voorwaarden.

Voor de Ronde van België vluchten is de  deelnemingszone vrij te kiezen.  

Een hok dat nergens binnen een deelnemingszone valt zal door het Provinciaal Comité toegevoegd worden aan een deelnemingszone van een andere vereniging.

Artikel 18

De deelnemingszone voor de wedstrijdvluchten op de kleine snelheid moet volledig begrepen zijn in de deelnemingszone van de wedstrijdvluchten op de grote snelheid, die op haar beurt volledig moet begrepen zijn in de wedstrijdvluchten kleine ½ fond.

De deelnemingszone van een lokale dubbeling moet volledig begrepen zijn in deze van de hoofdwedstrijd.

Artikel 19

De verenigingen worden uitsluitend gemachtigd hetzelfde aantal en dezelfde vluchtdisciplines (kleine snelheid, grote snelheid, kleine halve fond) wedvluchten in te richten zoals deze de laatste 3 voorgaande jaren toegekend zijn, indien zij voldoen aan de vooropgestelde voorwaarden bepaald in artikel 26

Alle nieuwe aanvragen worden door het Provinciaal Comité geweigerd tenzij de aanvragende vereniging fusioneert, aansluit of verbond vormt met een bestaande vereniging(en) uit de gemeente of aanpalende deelgemeente  mits uitdrukkelijke toestemming van de bestaande verenigingen.

Artikel 20

De aanvragen om een verbond/samenspel te vormen met verenigingen uit andere provincies en andere vluchtlijnen en lossingssectoren (niet van toepassing op snelheid) binnen de provincie kunnen geschieden na uitdrukkelijk gunstig schriftelijk advies van het provinciaal comité Vlaams-Brabant en het provinciaal comité van de betrokken PE/SPE .

Het hoofdlokaal wordt gevestigd in de vereniging van de P.E. / S.P.E. die de meeste aangeslotenen hokken vertegenwoordigt.

De wedstrijdkalender, de lossingsuren en- plaatsen van deze P.E/S.P.E/vluchtlijn zijn in deze situaties van toepassing.

Artikel 21

Naast de hoofdwedstrijd worden er aan individuele verengingen/verbonden en regionale samenspelen dubbelingen toegekend per vluchtdiscipline (Snelheid en Kleine Halve Fond). Deze dienen vermeld te worden op het ingezonden vluchtprogramma en dienen goedgekeurd te worden door het Provinciaal Comité.

Voor verenigingen/verbonden die lokale dubbelingen inrichten mag de deelnemingszone nooit groter zijn dan de maximum deelnemingszone zoals voorzien voor de alléénspelende verenigingen.

De verenigingen/verbonden en regionale samenspelen  mogen geen inschrijvingen van gedubbelde duiven aanvaarden die niet in een vereniging van het verbond/samenspel werden ingekorfd.

Artikel 22

Aan de wedstrijden die betiteld worden als “provinciale vlucht” of “provinciale dubbeling” kunnen uitsluitend Vlaams-Brabantse en Brusselse liefhebbers deelnemen. Het Provinciaal Comité bepaalt welke wedstrijden betiteld kunnen worden als “provinciale vlucht” of “provinciale dubbeling”.

De inrichters hiervan, dienen deze uiterlijk vóór 31 december aan te vragen bij het Provinciaal Comité van de afdeling.

Artikel 23

De verenigingen/verbonden/samenspelen bepalen zelf  port/leerduiven toe te laten  van binnen de deelnemingszones   van de vereniging/verbond/samenspel binnen de lossingssectoren die van toepassing zijn op alle wedstrijdvluchten en leervluchten van de kleine en grote snelheid.

Verenigingen die port/leerduiven toelaten, dienen een bewijs van inenting tegen paramyxo van de ingekorfde portduiven te vragen.

De port/leerduiven kunnen nooit opgenomen  worden in de spiegellijst van de inkorvende vereniging noch van een verbond /samenspel. Alle misbruiken dienaangaande worden beschouwd als vervalsing van de uitslag en de inrichters worden verantwoordelijk gesteld voor deze inbreuk.

De verenigingen /verbonden/samenspelen moeten portduiven of leerduiven weigeren van liefhebbers die niet binnen de lossingssectoren van de diverse vluchten van de vereniging behoren.

Artikel 24

De duiven mogen nooit zonder toestemming van de liefhebber gratis gedubbeld worden in een andere categorie tenzij anders bepaald door beschikkingen van het NSR. De liefhebber of een aangestelde van de vereniging dient steeds een inkorvingsbulletin op te maken.

Op het inkorvingsbulletin dienen port- en organisatiekosten duidelijk vermeld te worden.

Artikel 25

De verenigingen kunnen voor hun bewerkingen uitsluitend een beroep doen op personen die een KBDB – lidkaart van  het lopende jaar  bezitten of personen die onder het toezicht van de vereniging zijn aangesteld en door de vereniging werd opgegeven aan de KBDB op het jaarlijkse infoblad.

Artikel 26

Alleen verenigingen met  een licentienummer kunnen prijstentoonstellingen of kampioenendagen inrichten.

Artikel 27

Op de dag waarop de provinciale & nationale kampioenendag doorgaat mogen geen kampioenendagen, tentoonstellingen of publieke zaalverkopen, worden ingericht in en door verenigingen, die in de provincie doorgaan.

Artikel 28

De verenigingen zijn verplicht een beroep te doen op een door de KBDB gediplomeerd regelaar voor het regelen van de klokken. Wat het elektronisch registreren betreft, dienen de bedieners van de inmandtoestellen (masters en klokken) de richtlijnen te volgen van het Nationaal Sportreglement.

Artikel 29

Bij wedstrijden met afzonderlijke lossingen voor oude en jonge duiven moet men steeds met verschillende en duidelijk gescheiden ringtangen, manden en masters inkorven. De verenigingen die op dezelfde dag inkorven voor verschillende vluchten dienen hoger vermeld principe eveneens toe te passen

Artikel 30

Met inkorven wordt pas begonnen indien tenminste drie  leden van de vereniging aanwezig zijn, waaronder tenminste een bestuurslid of een daartoe door het bestuur aangewezen bevoegde aangestelde van de vereniging die als duivenliefhebber of als helper in de vereniging is aangesloten bij de KBDB.

De vereniging of de door de vereniging benoemde verantwoordelijke van de inkorving weigert kennelijk zieke en niet gevaccineerde duiven voor een leer- of wedvlucht.

Geen enkele deelnemer, ook geen deelnemend bestuurslid of aangesteld, mag direct of indirect :

  1. de eigen duiven inmanden;
  2. bij de inkorving de vaste voetringnummers van de eigen duiven opnoemen;
  3. de eigen in te korven duiven van gummiringen voorzien;
  4. de nummers van de aangelegde gummiringen op de eigen inkorflijst invullen;
  5. het inkorvingsbulletin  van de eigen ingekorfde duiven behandelen;
  6. openen van de eigen klokken

Inbreuken worden beteugeld met niet klassering en verbeurd verklaren van de inzetten en de eventuele straffen voorzien in het Duivenliefhebberswetboek van de KBDB.

Artikel 31

De verenigingen, verbonden en samenspelen die valse inlichtingen overmaken in het vooruitzicht van de goedkeuring van het vluchtprogramma, het goedgekeurde vluchtprogramma zonder toelating wijzigen tijdens het seizoen en de bepalingen van het provinciaal sportreglement niet naleven, zullen, vanaf de vaststelling, geen vluchten meer mogen inrichten.

Artikel 32

Alle uitzonderlijke gevallen die niet in dit reglement zijn opgenomen, worden door het Provinciaal Comité beslist.

Goedgekeurd door de Algemene vergadering van de PE Vlaams-Brabant op 3-12-23.

Het reglement wordt voorgelegd aan de Nationale Zetel ter goedkeuring…

——————————————————————————–